Bevalling

Geboorteproces

Voorweeën
Het geboorte proces begint met voorweeën. Deze zorgen ervoor dat de baarmoederhals verweekt en verstrijkt. Voorweeën zijn erg onregelmatig. Een tip: probeer zo mogelijk van tijd tot tijd wat te eten en te drinken om fitter te blijven en voldoende kracht te behouden. Je gaat een topprestatie leveren!

Ontsluitingsweeën
Ontsluitingsweeën zorgen ervoor dat de baarmoedermond open gaat staan, tot ongeveer 10cm. Gelijktijdig wordt de baby dieper in het geboortekanaal geduwd. In het begin is dit type weeën onregelmatig maar na verloop van tijd komen ze met meer regelmaat. Ze gaan ook langer aanhouden, tot circa één minuut, en worden steeds wat pijnlijker. Rillerigheid, misselijkheid en overgeven zijn veel voorkomende bijverschijnselen, evenals een stekende pijn in de onderbuik en wat verlies van bloed en slijm.

Als de ontsluiting vordert en de weeën pijnlijker zijn, blijft de verloskundige bij jullie. Wanneer je de pijn als erg hevig gaat ervaren, kun je aangeven dat je pijnstilling wenst (dit is eerder in de zwangerschap door de verloskundige met jou besproken). In dat geval gaan we naar het ziekenhuis en wordt de bevalling meestal medisch.

Beval je thuis en ziet het ernaar uit dat de geboorte niet lang meer op zich laat wachten, dan zal de kraamverzorgende worden ingeschakeld. Het is haar taak de verloskundige te assisteren. Na de bevalling zorgt ze voor moeder en kind. In geval je voor een poliklinische bevalling kiest, gaan we op tijd naar het ziekenhuis. Uiteraard betrekken we jouw partner hierbij.

Persweeën
Als het moment van geboorte dichterbij komt, gaan de ontsluitingsweeën over in persweeën. Dit zijn heftige baringsweeën. Tijdens een perswee krijg je een toenemend drukgevoel overgaand in een niet meer te onderdrukken neiging tot persen. De verloskundige controleert of er volledige ontsluiting is. Zo ja, dan is de uitdrijvingsfase van de bevalling begonnen.

Persen en geboorte
Tijdens een perswee krijg je de drang om actief mee te persen. Ingeval het jullie eerste baby betreft, zal de uitdrijvingsfase ongeveer één uur duren. Bij een tweede of volgende baby, verloopt dit proces vaak een stuk vlotter. Meestal is de verloskundige in staat om via inwendig onderzoek aan de stand van het hoofdje van de baby te bepalen hoe de baby ligt. Op basis hiervan kan ze zonodig adviseren in welke houding je het beste kunt bevallen. Dit hoeft dus niet per definitie een rugligging of een half zittende houding te zijn. De verloskundige geeft duidelijke instructies wanneer en hoe te persen of te zuchten etc. Probeer deze instructies zo goed mogelijk op te volgen. Vergeet niet je eigen wensen of geboorteplan kenbaar te maken. Alleen indien nodig wordt er een knip (episiotomie) gezet. Deze zal, net als een mogelijk scheurtje in het weefsel, op een later tijdstip onder plaatselijke verdoving worden gehecht. Direct na de geboorte leggen we de baby op je buik en drogen hem/haar af, om afkoeling zoveel mogelijk te beperken. Ga je borstvoeding geven, dan mag de baby nu al worden aangelegd. De kraamverzorgende, verpleegkundige of verloskundige helpt hierbij. Ingeval van flesvoeding wordt het eerste flesje meestal op een later tijdstip gegeven.

Nageboorte
Korte tijd na de geboorte van je baby ontstaan er opnieuw weeën. Deze zijn nodig om de placenta en vliezen uit de baarmoeder te drijven. In de meeste gevallen geven we na de geboorte van de baby een injectie in het bovenbeen van de moeder met een middel om dit nageboorte proces te bevorderen en het bloedverlies te beperken. Als de placenta los ligt hoef je tijdens de nageboorte veelal alleen mee te zuchten, terwijl de verloskundige op je buik ‘duwt’. De placenta en vliezen worden door de verloskundige nagekeken om te zien of ze compleet zijn.

Naweeën
De baarmoeder kan nog een aantal dagen bij vlagen pijnlijke naweeën geven. Je zult de eerste 24 uur ruim bloed verliezen, wat gaandeweg mindert tot een normale menstruatie. Het helpt om regelmatig te urineren en zodoende de blaas leeg te houden. Hierdoor kan de baarmoeder beter samengetrokken blijven. Dit geeft weer minder pijn en minder bloedverlies.

Mogelijke verwijzing naar gynaecoloog
De situatie kan zich voordoen dat het bevallingsproces te lang gaat duren of dat we om een andere reden gynaecologische hulp nodig hebben. In dergelijke omstandigheden zullen we je vanuit de thuissituatie of poliklinische bevalling doorverwijzen naar de gynaecoloog  van het ziekenhuis van je keuze. Soms – bijvoorbeeld als de kraamafdeling van het ziekenhuis van je keuze vol is – gaan we naar een ander ziekenhuis waar op dat moment plaats is.

Lees meer over de zwangerschap en bevalling op deverloskundige.nl.